top of page

Kan de sport eerlijker worden gemaakt door natuurlijke lichaamsvariaties te verbieden?

Topatletes met een variatie in sekse-kenmerken die op natuurlijke manier hoge hoeveelheden androgenen (waaronder testosteron) produceren (ook hyperandrogenisme genoemd) mogen van het Internationaal Olympisch Committee (IOC) en de Internationale Atletiekfederatie (IAAF) geen té hoog testosteronniveau hebben om te mogen meedoen aan de vrouwencompetitie.  

Als ze wel willen deelnemen, moeten ze een medische behandeling ondergaan, om hun natuurlijk testosteronniveau te laten dalen.

Deze richtlijnen gaan uit van de veronderstelling dat testosteron bijdraagt tot een betere sportprestatie, en dus oneerlijke concurrentie in de hand kan werken. 

Ethici, sociaal wetenschappers en belangenorganisaties trekken de redelijkheid, eerlijkheid en wetenschappelijke onderbouwing van deze richtlijnen in twijfel.

We geven een overzicht van het debat en van de richtlijnen.

Waarom richtlijnen

WAAROM RICHTLIJNEN?

Het duurde tot 1988 voordat de IAAF erkende dat vrouwen met AIS geen mannen zijn, ondanks hun XY-chromosomen. María José Martínez Patiño kreeg een nieuwe sportlicentie, maar noemde haar overwinning ‘bitterzoet‘. Haar privacy was op allerlei manieren geschonden en haar topperiode in de sport was voorbij (NNID, 2014).
 

Bron: NNID (2014)
Huidige richtlijnen

Vrouwen mochten voor het eerst meedoen aan de Olympische Spelen in 1900. Van in den beginne werden alleen vrouwelijke atleten onderworpen aan 'geslachtstesten'. Mannen konden zich immers voordoen als vrouwen en daardoor de competitie vervalsen.Omgekeerd werd niet nagegaan of vrouwen meededen in de mannencategorie- maar dat was volgens de organisatoren ook niet van belang, omdat ze ervan uitgangen dat mannen altijd beter zouden zijn in sport , en vrouwen dus niet konden winnen (Karkazis et al, 2012).

Oorspronkelijk werd vooral naar de lichamelijke kenmerken gekeken: een vrouw behoorde borsten en een vagina te hebben. Omdat dit tot een soort vleeskeuring leidde die niet door de atletes werd gewaardeerd, werd sinds de Olympische Spelen van Mexico (1968) gekeken naar het chromosomenpatroon: wie twee X-chromosomen had, mocht als vrouw meedoen. 

Deze methode van testen had voor heel wat vrouwelijke sporters grote gevolgen. Indien XY chromosomen werden ontdekt, dan werd hen bijvoorbeeld gevraagd een blessure te veinzen, en in stilte afscheid te nemen van de sportwereld, ondanks topprestaties (NNID, 2014).  Veel sportsters hadden het idee dat ze ontmaskerd waren als bedriegers, als mannen. Daarom zwegen ze bijna allemaal. De uitzondering die uiteindelijk het verschil maakte, was de Spaanse hordeloopster María José Martínez Patiño. In1985 werd ze getest voor de World University Games in Kobe en werden in alle geteste cellen XY-chromosomen aangetroffen. Ze was geboren met androgeen ongevoeligheidssydroom (AIS). Door de ongevoeligheid voor androgenen ontwikkelde het lichaam zich in vrouwelijke lijn, ondanks dat wel testes aanwezig waren en geen baarmoeder en eierstokken.
 


 


Ook zij kreeg te horen dat ze een blessure moest simuleren en zich rustig, maar vooral permanent moest terugtrekken uit de topsport -iets wat zij weigerde. Toen ze in januari 1986 bij de Spaanse nationale kampioenschappen meedeed aan de 60 meter horde,  werd haar verhaal gelekt naar de pers. Ze werd de toegang tot het atletiekcomplex ontzegd, haar sportbeurs werd ingetrokken en haar

eerdere prestaties werden verwijderd uit de Spaanse ranglijsten.

Ze verloor vrienden, haar verloofde, hoop en energie. Ze werd publiekelijk vernederd (NNID, 2014). Maar ze werd ook in toenemende mate ondersteund door wetenschappers en sportjournalisten in haar standpunt dat vrouwen met AIS geen man zijn.

Sinds 1990 mogen transgendervrouwen onder strikte omstandigheden meedoen aan de vrouwencompetitie van de IAAF. Omdat bij transgenderpersonen de chromosomen niet (kunnen) veranderen, zijn de eerder gebruikte chromosoomtesten niet meer zinvol (als die ooit al zinvol waren). IAAF zocht daarom een nieuwe methode om de vrouwen van de mannen te scheiden. In een protocol werd beschreven aan welke eisen een transgendervrouw moest voldoen om aan de vrouwencompetitie te mogen meedoen. Naast eisen aan het tijdstip van de transitie en de medische behandeling, werden ook eisen aan het testosteronniveau gesteld.

Het IOC besloot in juni 1999 te stoppen met een algemene geslachtstest en alleen nog te testen bij een verdenking van fraude. Die verdenking is -zoals bij de start van de invoering van een geslachtstest- opnieuw vooral gebaseerd op hoe vrouwen eruit zien (Karkazis et al., 2012).

10 jaar later, wereldkampioenschappen Berlijn

Toen hardloopster Caster Semenya in 2009 in Berlijn de beste wereldjaartijd voor de 800 meter liep, werd al enige tijd geroddeld over haar sekse. Het bleek dat haar testosteronniveau drie maal zo hoog was als dat van de gemiddelde vrouw. Maar Caster Semenya was nooit van geslacht veranderd - ze was als meisje geboren en voelde zich ook vrouw. De regels die gelden voor transgendervrouwen waren hier dus niet van toepassing, en compliceerde de zaak.

 

Het was voor de IAAF reden Caster Semenya te vragen mee te werken aan een uitgebreide geslachtstest (overigens zonder haar medeweten). Het duurde elf lange maanden, met veel internationale pers-aandacht, weinig privacy en respect, voordat de IAAF tot een beslissing kwam: Caster Semenya was dan toch vrouw.

Als resultaat van het multidisciplinair onderzoek naar de zaak Semenya publiceerde de IAAF in 2011 een nieuw protocol. Daarin stond dat bij twijfel het geslacht voortaan bepaald zou moeten worden door een team bestaande uit gynaecologen, endocrinologen, internisten en psychologen.  In het protocol van de IAAF stond ook dat het Totaal Testosteronniveau van een vrouw lager moet zijn dan de normaalwaarde die voor een man geldt, door de IAAF vastgesteld op ≥ 10 nmol/L. Dat protocol werd aangevochten door de Indiase Dutee Chand bij het Hof van Arbitrage voor Sport.

 

In mei 2018 werd een nieuw protocol met aangepaste grenswaarde opgelegd:    5 nmol/L. Vrouwen met een te hoge testosteronspiegel moeten medicatie nemen om hun natuurlijke hormoonspiegel te verlagen tot het onder de 5 nmol/L valt en dit voor ten minste 6 maanden.

 

HUIDIGE RICHTLIJNEN IN EEN NOTENDOP

De nieuwe richtlijnen van het IAAF (International Association of Athletics Federations), die van kracht gaat op 1 november 2018, gelden

- enkel voor vrouwen

- enkel voor de internationale atletiekcompetitie en

- énkel voor atletiekdisciplines waarbij er tussen de 400m en 1 mijl (1,6 km) gelopen wordt

 

In dit geval mogen vrouwen géén testosteronspiel > 5 nmol/L (=144 ng/dl) hebben indien ze willen deelnemen. Voordien stond deze grens op 10 nmol/L.

 

Vrouwen met een te hoge testosteronspiegel moeten medicatie nemen om hun natuurlijke hormoonspiegel te verlagen tot het onder de 5 nmol/L valt en dit voor ten minste 6 maanden.

 

Voor andere wedstrijden (bv. nationaal) en andere atletiekdisciplines gelden deze richtlijnen niet.

bottom of page